Omdat ik vanochtend toch in de buurt ben besluit ik, in een plotseling
opkomende vlaag van nostalgie, eens een kijkje te nemen in dat oude
buurtje van me waar mijn roots en dus ook vele jeugdherinneringen
liggen. Na een plekje voor mijn auto te hebben gevonden wandel ik door de Zeilstraat in
de richting van de brug. De dag moet nog op gang komen, sommige
winkels zijn al open om hun eerste klanten binnen te laten, voor
andere is nog personeel in de weer met het wassen van ramen of het
wegschrobben van hondenpoep op de tegels voor hun pui. Maar hoe ik het
ook probeer, ik kan maar geen beeld van herkenning op mijn netvlies
krijgen.
De winkels van vroeger zijn er niet meer, vervangen of in een moderner
jasje gestoken. Ook het verkeer is nu veel drukker en de mensen in de
straat zijn anders. Als ik bij de brug aankom zie ik dat ook deze niet
aan modernisering is ontkomen en heb ik de hoop om nog iets van
vroeger te herkennen al opgegeven. Iets te vroeg naar het blijkt, want
daar op de hoek van de Zeilstraat en Schinkelkade staat, reusachtig en
majestueus het straatbeeld overheersend, de oeroude iep, "de boom van
Arie".
dd. 25-06-2003
Als ik verder loop onthult zich het gevelrijtje van de woningen aan de
Schinkel, waartussen ook die van mijn ouderlijk huis. Wel veel kleiner
en smaller dan ik mij herinner en nu in een strak modern
renovatie-jasje gestoken. Ik kan het niet laten om er langs te lopen
en even omhoog te kijken en zie door het raam een vleugje interieur
van Italiaanse snit. Daarna loop ik naar de waterkant om de iep wat
beter te bekijken. Zijn stam is inmiddels wel een meter dik en er
lopen diepe groeven in de groengrijze schors. Terwijl ik daar sta en
mij bewust ben van mijn band met deze reus, dwalen mijn gedachten af
naar vroeger......
Het is begin '50 en ik zal een jaar of zes, zeven zijn. Ik sta naast mijn moeder voor het
haringkarretje op de hoek van de brug en kijk gefascineerd toe hoe
Arie de haringen neervlijt met zijn mollige handen, hoe hij ze met het
vlijmscherpe mes in stukjes hakt en hoe daarna zijn dikke roze vingers
er geroutineerd een pluk uitjes gelijkmatig over uitstrijken. Alles
aan Arie is dik. Zijn handen, zijn buik en ook zijn gezicht met bolle
roze wangen waarin vanaf de neus een fijn netwerk van blauwe adertjes
loopt, het onweerlegbare bewijs van wat een publiek geheim is. Arie
lust' em graag! Maar, zo vertelde mijn moeder eens, Arie was ook een held. Met gevaar voor eigen leven
heeft hij in de hongerwinter de boom verdedigd die naast zijn kar
staat en waarop ik vanuit de stoel voor het raam zo' n mooi uitzicht
had.
dd. omstreeks 1955 - ( ©
Henk Smit )
In die hongerwinter werden veel bomen 's nachts gekapt en de "boom van
Arie" zou zeker zijn geveld ware het niet dat Arie, met zijn vismessen
gewapend, bij nacht en ontij op wacht had gestaan. "Van mijn boom
blijven ze af" had hij meermalen zijn klanten toevertrouwd. Die
boodschap was helder overgekomen, met Arie viel niet te spotten. En
dus kon ik dagelijks genieten van het leven in de boom. De duiven die
er paarden en nestelden, de jonkies die gevoerd werden en later
uitvlogen. Ach, er viel altijd wel wat te zien.
..... Het knetterende motertje van een bootje in de gracht doorbreekt
mijn overpeinzingen en ik keer snel weer terug naar het heden, werp
nog een laatste blik omhoog in de boom die trots en ongenaakbaar op
mij neerkijkt. Terwijl ik terug loop naar mijn auto besef ik dat ik
misschien wel de enige ben die weet waarom die boom er nog staat. De
boom die getuige was van al mijn avonturen op straat. Die mij heeft
zien opgroeien van kleuter tot puber en mij met het instappen in de
trouwauto afscheid heeft zien nemen van mijn buurt. Hij zal er
waarschijnlijk nog staan, lang nadat ik weer tot stof geworden ben.
Dat alles dank zij Arie.
Jan Hendriks
Het zou echter anders lopen
Mijn verhaal was voor iemand aanleiding om voor de boom van Arie registratie in het landelijk register voor monumentale bomen aan te vragen. Op 8 juli 2003 is de boom als zodanig geregistreerd onder nummer 991391 en verkreeg aldus een beschermde status. Dat betekent dat de boom niet mag worden gekapt, tenzij daar een zeer dringende reden voor is, zoals bijvoorbeeld ziekte.
Helaas werd onlangs de zo gevreesde, besmettelijke, iepenziekte bij de boom geconstateerd en is hij inmiddels gekapt. Ik heb een fotoserie gemaakt van de boom, vanaf 1927 tot en met het verwijderen van de resten op 28-09-2004. De oude foto's geven een leuk historisch beeld van dit stukje Amsterdam van nog voor de verhaasting. Dus voor de liefhebbers:
Foto's boom